IBKI verlengt spoedtarief praktische bijscholing naar 21 dagen

Deel via

De periode waarbinnen het spoedtarief wordt toegepast voor de praktische bijscholing van rijinstructeurs wordt per 1 juli verlengd van 7 naar 21 dagen. Het IBKI past de periode waarin deze toeslag van 150 euro van toepassing is aan om het laat aanvragen van examens nog verder te ontmoedigen.

Het spoedtarief is in 2013 ingevoerd voor de stagebeoordeling en de praktische bijscholing omdat veel rijinstructeurs pas kort voor het aflopen van hun WRM-lesbevoegdheid een examen hiervoor aanvroegen. Het IBKI, dat de examinering en certificering voor de mobiliteitsbranche organiseert, constateerde de afgelopen periode een toename van rijinstructeurs die dit net voor de zeven dagentermijn deden.

Extra kosten

Volgens de organisatie brachten deze aanvragen waarmee nipt het spoedtarief werd ontlopen vrijwel dezelfde extra kosten met zich mee als de ‘echte’ spoedaanvragen die binnen zeven dagen moesten worden afgerond. Die kosten bestaan uit het terzijde leggen van reguliere werkzaamheden, het met spoed vinden van een beschikbare examinator en het minder efficiënt kunnen inzetten van deze mensen, net als de vergoeding van een vaak langere reisafstand.

Uit angst voor een hogere druk op de examenplanning van rijinstructeurs die wel op tijd met hun bijscholing zijn begonnen en om de extra kosten te dekken, verlengt het IBKI de duur van het spoedtarief met veertien dagen. Het bedrag van 150 euro komt bovenop het vaste tarief van 221 euro bij Praktijkbegeleiding Centraal of 257 euro bij Praktijkbegeleiding Individueel.

Geen garantie

Hoewel tot nu toe alle spoedaanvragen binnen de gestelde tijd konden worden ingepland, kan het IBKI ook bij de nieuwe spoedtermijn niet garanderen dat een versneld aangevraagd examen altijd binnen die periode kan worden afgenomen. De organisatie blijft alle rijinstructeurs zes maanden én zes weken voor het eindigen van de vijf jaar geldige WRM-lesbevoegdheid een waarschuwing voor de bijscholing sturen.

Plannen om de regels van de praktische bijscholingen aan te passen, liggen op dit moment nog bij de Tweede Kamer. Minister Schultz van Haegen vindt het feit dat slechts één procent van de rijinstructeurs de bevoegdheid kwijtraakt door de bijscholing genoeg reden om het verlies van de instructiebevoegdheid bij een onvoldoende afgelegd examen te handhaven, maar de bijscholing zal worden geoptimaliseerd door het voldoende afronden van één examen voldoende te achten.

Rijinstructeur worden?

Wil jij weten hoe? Jongepier geeft je alle geheimen!