Consumenten kiezen steeds vaker voor een rijschool op basis van kwaliteit in plaats van prijs. Daarnaast is de markt behoorlijk aan het aantrekken en kopen meer leerlingen weer complete pakketten in plaats van losse rijlessen. Die gezamenlijke conclusie trekken de voorzitters van de brancheverenigingen VRB en FAM, Peter van Neck en Ruud Rutten. “We moeten de vlag nog niet uithangen, maar de weg naar boven is gevonden.”
De economische crisis, de explosieve groei van het aantal rijscholen en instructeurs en de daarmee opzettende prijserosie heeft in de rijschoolbranche het afgelopen decennium tot zware tijden geleid. VRB en FAM zien echter de markt sinds een tijdje groeien, en werden ook positief verrast door de boodschap van het CBR dat dit waarschijnlijk tot en met 2020 door zal zetten.
Oude tijden
“Het is alsof oude tijden herleven”, zo stelt FAM-voorzitter Ruud Rutten. Hij doelt daarmee op zijn eigen rijschool, waar hij moeite heeft om het grote aantal nieuwe leerlingen bij een instructeur te kunnen plaatsen. “Het aantal aanmeldingen blijft groeien, en dat horen we van meer kanten”, zo zegt hij. Rutten houdt daarbij rekening met de gebruikelijke piek voor de zomer, maar ziet bijvoorbeeld een stevige plus bij het aantal motorrijlessen. “Dat steeg bij ons met twintig procent, en dat is toch echt een luxerijbewijs. De verbeterde economie heeft dus ook zijn effect.”
Het aantal vacatures voor rijinstructeurs steeg de afgelopen periode opvallend, zo bleek onder andere in devacaturebank van VerkeersPro, en dat was ook Rutten en Van Neck opgevallen. “Het lijkt inderdaad op een kentering”, zo stelt die laatste. “En dat is uiteraard erg positief.”
Kwaliteit
Een verklaring voor de goede zaken kan gezocht worden bij de kwaliteit van de rijscholen, zo denkt Rutten. “Veel verkeersscholen – en niet alleen de grote – zijn heel professioneel bezig”, zo zegt de FAM-voorzitter. “Bij anderen is dat minder. Kijk bijvoorbeeld naar het aantal rijscholen dat maximaal negen examens per jaar heeft. Dan gaat het om duizenden.”
De FAM constateert voorzichtig dat het lijkt dat de consumenten meer willen betalen voor kwaliteit en professionaliteit. VRB-voorzitter Van Neck begrijpt dat wel. “Je kunt beter wat meer betalen om uiteindelijk goedkoper uit te zijn”, zo legt hij uit. “Uiteindelijk heb je namelijk in de meeste gevallen minder lessen nodig, en vooral minder examens.”
Consumentenvertrouwen
Het is het vertrouwen van de consument in rijscholen dat langzaam begint terug te keren. Dat concludeert Rutten bijvoorbeeld uit eigen ervaring dat er meer complete pakketten worden gekocht. “In plaats van al die losse lessen. En veel pakketten worden ook nog ineens betaald. Daaraan zie je dan weer dat ook de aantrekkende economie een positieve rol speelt.”
Van Neck denkt dat de onderlinge verschillen tussen goede en slechte rijscholen aan het doordringen zijn bij de consument. “Ik kan niet beoordelen of collega’s goed of slecht lesgeven”, zo zegt de VRB’er. “Wel herken ik dat rijscholen die voor een zeer lage prijs lessen aanbieden ook vaak een fors lager slagingspercentage hebben. En dat hebben steeds meer consumenten door.”
Vooruitzicht tot 2020
Eerder deze week zaten de brancheverenigingen FAM, VRB en Bovag samen met het CBR aan tafel om als altijd de recente ontwikkelingen te bespreken. Daarbij kwam ook aan bod dat de verwachtingen voor de komende jaren positief zijn. “De markt blijft aantrekken tot 2020, zo werd ons verteld door het CBR. En daarbij verdwijnen er de komende periode hopelijk meer rijscholen dan er bij komen”, zo zegt Van Neck.
Het CBR ziet inderdaad een lichte stijging van het aantal examens. “Vooral op basis van een stijging van het aantal jongeren”, aldus woordvoerder Nathalie Dingeldein. “De demografische ontwikkelingen wijzen inderdaad uit dat de markt er tot 2020 positief uitziet”, zo zegt ook Bovag Rijscholen-voorzitter Frank Hoornenborg.
“We moeten de vlag nog niet uithangen, maar de weg naar boven is gevonden”, zo doelt Rutten onder andere op de vraag of het aantal rijscholen ook daadwerkelijk gaat afnemen. De FAM-voorzitter durft niet te zeggen of de keuze van consumenten voor kwaliteit de ondergang betekent voor prijsvechters. “Maar er ligt voor de zzp’ers met lege agenda’s wel een kans om nu in loondienst te gaan vanwege het grote aantal vacatures. Dat is voor iedereen beter.”
