Advies Roemer en professionalisering van de branche
Een van de belangrijkste ontwikkelingen uit het CBR Jaarverslag 2024 is de voortgang rondom het advies van Emile Roemer voor meer professionaliteit in de rijschoolbranche. In 2021 presenteerde de Commissie Roemer het rapport “Van rijles naar rijonderwijs”, met tal van aanbevelingen om misstanden aan te pakken en de kwaliteit van rijopleidingen te verhogen. In 2024 zijn deze voorstellen omgezet in concrete beleidsplannen: minister Harbers kondigde aan dat rijopleiding verplicht wordt (nu is formeel alleen het examen verplicht) en dat er duidelijke landelijke leerdoelen komen voor de rijbewijs B-opleiding. Ook wordt de wijze van examineren hierop aangepast en gaan de regels voor rijinstructeurs op de schop.
De aanleiding voor deze ingrijpende maatregelen is tweeledig: er zijn al langer misstanden in de branche (zoals malafide rijscholen, te vroeg examen doen, fraude) én de slagingspercentages zijn relatief laag. Gemiddeld slaagt slechts rond de 52% van de kandidaten de eerste keer voor het praktijkexamen en 39% voor het theorie-examen. Dit is voor de minister onacceptabel en bedreigt de verkeersveiligheid. De aanbevelingen van Roemer zijn daarom volledig omarmd door het ministerie en de Tweede Kamer.
Concreet betekenen deze plannen dat rijscholen hun aanpak moeten herzien. Er komt een nationaal leerplan met vier fasen, waarin leerlingen stapsgewijs complexere verkeerssituaties oefenen. Elementen als rijden in het donker, snelwegervaring en “sociaal rijgedrag” worden verplichte onderdelen van de opleiding. Het examen zal voortaan aansluiten op dit leerplan, in plaats van dat het examen een doel op zich is. Ook voor instructeurs zelf worden de teugels aangehaald: nieuwe instructeurs moeten straks verplicht een opleiding volgen bij een door IBKI erkende instantie (voorheen kon men met alleen een examen volstaan) en alle instructeurs moeten elke vijf jaar opnieuw examen doen om hun bevoegdheid te verlengen. De eisen voor die vijfjaarlijkse hercertificering worden strenger – IBKI zal zowel theoretisch als praktisch toetsen – en wie 3 keer zakt verliest zijn bevoegdheid (tenzij men via een speciaal traject opnieuw instroomt). Daarnaast is het plan om een permanente Adviescommissie Rijonderwijs in te stellen met vertegenwoordigers van de branche, CBR, IBKI en onderwijsexperts, om de minister periodiek te adviseren over leerplannen, exameneisen en het profiel van instructeurs.
Deze voorgenomen professionalisering moet ertoe leiden dat goed onderwijs de norm wordt en het imago van de sector verbetert. Brancheorganisaties zoals Bovag en VRB staan positief tegenover de veranderingen, al zullen sommige kleinere rijscholen zich zorgen maken over de extra lasten en kosten. Het CBR zelf benadrukt dat de dalende slagingspercentages de urgentie onderstrepen om het Roemer-advies snel in praktijk te brengen. Zo daalde het slagingspercentage bij het praktijkexamen B in 2024 verder van 52,1% naar 51,3% – een trend die volgens het CBR vraagt om betere rijopleiding en meer waarborgen voor kwaliteit.
Wachttijden: capaciteit en maatregelen tegen achterstanden
Wachttijden voor examens blijven ook in 2024 een punt van zorg. Na de COVID-periode kampte het CBR met enorme achterstanden, en hoewel de ergste “corona-achterstand” inmiddels is ingelopen, is de druk op de examencapaciteit nog altijd hoog. Het grote knelpunt: er zijn onvoldoende examinatoren beschikbaar om aan de vraag te voldoen. Het CBR heeft in 2024 veel nieuwe examinatoren geworven (85 trainees gestart) en ruim 31.000 examens extra afgenomen via overwerk. Daardoor steeg het aantal afgenomen praktijkexamens naar 716.881, ruim 15.000 meer dan in 2023. Desondanks was dit niet genoeg om overal de streefnorm (maximaal 7 weken wachttijd) te halen. Op sommige examencentra lopen de reserveringstermijnen nog steeds op tot wel 3 à 4 maanden – ver boven de gewenste 7 weken landelijk. Eind 2024 zat slechts 31,5% van de eerste auto-examens binnen de norm van 7 weken gepland (in 2023 was dat slechts 12,7%). Er is dus verbetering, maar het algemene beeld is dat er “nog werk te doen is” en dat op bepaalde locaties het reservoir aan in te halen examens nog zorgt voor hoge wachttijden.
Om die wachttijden terug te dringen, heeft het CBR samen met het ministerie en de branche diverse maatregelen genomen. De meest opvallende is dat vanaf 1 april 2025 de tussentijdse toets (TTT) tijdelijk is geschrapt als examenproduct, voor de duur van (naar verwachting) één jaar. Door deze stap komen er in de periode april 2025–april 2026 circa 75.000 extra praktijkexamens beschikbaar, waarmee het CBR hoopt de achterstanden versneld weg te werken. Het besluit is in januari 2025 aangekondigd door minister Madlener (I&W) en met instemming van het CBR uitgevoerd. Alexander Pechtold (algemeen directeur CBR) erkent dat het “jammer is, want de TTT is een prachtig product dat past in een goede rijopleiding”, maar benadrukt dat dit noodzakelijk is om de reserveringstermijnen sneller omlaag te brengen. Kortere wachttijden zijn immers in het belang van zowel leerlingen als rijscholen: als een examen vlot ingepland kan worden precies wanneer de kandidaat er klaar voor is, komt dit de kwaliteit ten goede.
Naast het schrappen van de TTT zoekt het CBR naar verdere manieren om capaciteit eerlijk te verdelen en efficiënter te benutten. Zo wordt gekeken naar het belonen van goed presterende rijscholen: rijscholen met een slagingspercentage boven 40% zouden extra voordelen kunnen krijgen, zoals voorrang bij het inplannen van examens op zaterdagen en wellicht ook op doordeweekse dagen voor een 8e of 9e examen. Het idee hierachter is dat serieuze opleiders die hun leerlingen goed voorbereiden sneller geholpen worden, wat ook weer hogere slagingskansen geeft. Indirect zet dit minder kwalitatieve aanbieders buitenspel of spoort het hen aan om hun leskwaliteit te verbeteren. Verder heeft het CBR per 1 januari 2024 de regels versoepeld rond het wisselen van kandidaten voor gereserveerde examendata: tot acht weken voor het examen mag nu van leerling gewisseld worden (was 4 weken). Dit geeft rijscholen meer flexibiliteit om openvallende plekken op te vullen met andere geschikte kandidaten, zodat geen examenplek onbenut blijft.
Opvallend is ook dat het CBR eind 2024 besloot om de gemiddelde wachttijden niet langer op de website te vermelden. Reden was dat de gepubliceerde cijfers niet aansloten bij de ervaring van rijscholen en leerlingen – met andere woorden, de officiële cijfers wekten wrevel omdat men lokaal vaak langer moest wachten dan de site deed vermoeden. Het CBR werkt aan een alternatieve manier van communiceren over wachttijden, die in het voorjaar van 2025 beschikbaar moet komen. Deze stap laat zien dat het CBR beseft hoe belangrijk transparantie is, maar ook hoe gevoelig het onderwerp ligt. Rijscholen hebben immers behoefte aan realistische informatie om hun planning af te stemmen. In de tussentijd blijft het devies om nauw contact te houden met het regionale CBR-examencentrum over beschikbare examenplekken.
Innovatie: project ‘Rijdata’ en objectievere examens
Het jaarverslag geeft een inkijkje in verschillende innovatieprojecten die in 2024 liepen. Een in het oog springend initiatief is het project “Rijdata”, dat gericht is op digitalisering van de examenrit. Het CBR is gestart met dit project om tijdens toetsen en praktijkexamens data te verzamelen over wat er precies gebeurt tijdens de rit. Denk daarbij aan gegevens over snelheid, remming, locatie, tijdstip van ingrepen, enzovoort. Al deze ruwe gegevens worden vervolgens verwerkt tot overzichtelijke ritinformatie voor zowel de examinator als de kandidaat. Het doel is tweeledig: de examinator kan zijn oordeel beter onderbouwen en toelichten met objectieve data, en de kandidaat (en diens instructeur) krijgt meer inzicht in wat er goed ging of fout ging tijdens het examen. Hiermee komt het CBR tegemoet aan de wens van kandidaten om uitgebreidere feedback te ontvangen over hun examenrit.
In 2024 zijn hiermee flinke stappen gezet. Er is doorgewerkt aan een dashboard dat de rijdata visueel inzichtelijk maakt, en examinatoren hebben met een prototype gesimuleerde ritten getest. De eerste resultaten zijn veelbelovend: examinatoren ervaren dat het systeem kan helpen om hun beslissing objectiever uit te leggen, en voor leerlingen biedt het waardevolle leerpunten (vooral als ze zakken). Uiteindelijk is de bedoeling dat dit systeem in de toekomst breed wordt toegepast bij praktijkexamens. In 2025 gaat het CBR verder met testen en verfijnen, zodat rijdata hopelijk daadwerkelijk deel gaat uitmaken van de examenpraktijk. Voor rijinstructeurs betekent dit vooruitzicht dat zij in de nabije toekomst een rijkere bron aan feedback krijgen. Wanneer een kandidaat zakt, kan de instructeur aan de hand van de ritdata precies zien op welke punten het is misgegaan en daar gericht in de vervolglessen aan werken. Dit kan de kwaliteit van de herexamens verbeteren en de slagingskans bij een volgende poging verhogen.
Innovatie uit zich ook op andere vlakken. Zo publiceert het CBR sinds kort meer open data om transparantie te vergroten. Denk aan datasets over examens en bijvoorbeeld medische beoordelingen (voor rijgeschiktheid) die nu voor iedereen toegankelijk zijn. Voor rijscholen zijn dit wellicht niche-gegevens, maar het laat zien dat het CBR zich opstelt als een openbare dienst die verantwoording aflegt over zijn prestaties.
Ook op het gebied van fraudepreventie is geïnnoveerd. In 2024 heeft het CBR op alle theorie-examenlocaties handscanners ingevoerd die verborgen communicatieapparatuur kunnen detecteren. Hiermee wordt bijvoorbeeld voorkomen dat kandidaten met behulp van verstopt zend-ontvangstmateriaal antwoorden doorkrijgen – een probleem dat de afgelopen jaren geregeld opdook bij theorie-examens. Daarnaast zijn er maatregelen getroffen om oneigenlijk gebruik van het reserveringssysteem tegen te gaan. Zo is de toewijzing van zogenaamde “naamloze capaciteit” (examenplekken zonder direct gekoppelde kandidaat) herzien en strenger gequota. Een zeer ingrijpende nieuwe regel voor rijscholen is dat een praktijkexamen B pas nog gereserveerd kan worden als de leerling al een geldig theoriecertificaat B op zak heeft. Voorheen kon een rijschool uit efficiëntie of strategische overwegingen soms alvast een praktijkexamen plannen terwijl de leerling nog moest slagen voor theorie. Dat is nu niet langer mogelijk. Deze maatregel moet een “gelijk speelveld” creëren en voorkomen dat schaarse examenplekken vooruit worden gereserveerd voor leerlingen die mogelijk nog niet klaar zijn. Voor instructeurs betekent dit in de praktijk dat zij hun leerlingen nog eerder moeten stimuleren het theorie-examen te halen, zodat de praktijkplanning geen vertraging oploopt.
Klantgerichtheid en CBR als publieke dienstverlener
Het CBR profileert zich in het jaarverslag duidelijk als een publieke dienstverlener die de klant centraal wil stellen. In 2024 is dan ook extra geïnvesteerd in klantgerichtheid en service. Zo startte het CBR een hospitality-ontwikkelprogramma om de service op examencentra – met name bij de theorie-examens – te verbeteren. Medewerkers van theoriecentra kregen training en tools aangereikt om meer vanuit het perspectief van de kandidaat te handelen en hen op hun gemak te stellen. Het idee hierachter is dat een ontspannen kandidaat betere prestaties levert. Door begripvolle, persoonlijke begeleiding hoopt men dat vooral jonge of nerveuze leerlingen met meer vertrouwen het examen ingaan. Deze focus op “hospitality” is inmiddels ook verankerd in de opleiding van nieuwe examinatoren: elke examinator die in 2024 bij het CBR startte, kreeg in zijn vier maanden durende opleiding uitgebreid communicatie- en empathietraining. De CBR-directie benadrukt dat men er alles aan doet om kandidaten op hun gemak te stellen, zodat ze zich volledig kunnen richten op het uitvoeren van hun rijtaak tijdens het examen.
Voor rijscholen en instructeurs is deze ontwikkeling positief: een kandidaat die met een beter gevoel het examen in gaat, heeft meer kans van slagen, en dat straalt ook af op de rijopleiding. Daarnaast heeft het CBR in 2024 het aantal binnengekomen klachten weten te verminderen (3.273 klachten vs 3.628 in 2023). Een deel van de klachten ging over de lange wachttijden voor praktijkexamens auto en de noodgedwongen maatregelen daaromtrent. Opvallend is dat ondanks de soms felle kritiek in de media, uiteindelijk maar 7% van alle klachten (deels) gegrond bleek. Afgezet tegen het totale aantal examens en diensten is het aandeel klachten slechts 0,01%. Dit duidt erop dat de meeste kandidaten en instructeurs hun weg weten te vinden binnen de dienstverlening of dat issues adequaat worden opgelost. Niettemin blijft het CBR streven naar betere communicatie en duidelijkheid, bijvoorbeeld door de website te verbeteren (een voorbeeld is de vernieuwing van de informatiepagina’s over de gezondheidsverklaring in 2024) en door bereikbaar te blijven via telefonische klantenservice met korte wachttijden (gemiddeld ~42 seconden).
In zijn rol als publieke dienstverlener beseft het CBR dat transparantie en verantwoording belangrijk zijn. Het publiceren van open data, het actief informeren van pers/branche over maatregelen (zoals het tijdig communiceren van de TTT-stop) en het periodiek uitgeven van een toegankelijk beeldverslag bij het jaarverslag – met kerncijfers in één oogopslag – passen bij die rol. Het beeldverslag 2024 geeft bijvoorbeeld een beknopt overzicht van de primaire activiteiten van het CBR en prikkelende innovatieprojecten, zodat iedereen snel de grote lijnen kan zien. Dit laat zien dat het CBR moeite doet om zijn werkzaamheden inzichtelijk te maken voor het publiek, inclusief rijinstructeurs en -scholen die nauw met het bureau te maken hebben.
Gevolgen voor de dagelijkse praktijk van rijinstructeurs
Wat betekenen al deze ontwikkelingen nu concreet voor de rijinstructeur en rijschoolhouder in het veld? Ten eerste vraagt de aanhoudende schaarste aan examenplekken om flexibiliteit in de lesplanning. Instructeurs moeten creatief omgaan met lestempo en planning: leerlingen niet te vroeg afrijden (om onnodig zakken te voorkomen), maar ook niet te lang laten wachten zodra ze klaar zijn. De tijdelijke afschaffing van de tussentijdse toets in 2025 vereist bovendien aanpassing in de lesopbouw. Veel rijscholen gebruikten de TTT als handig meetmoment en om examenangst weg te nemen. Nu dit instrument wegvalt, zullen instructeurs zelf mock-examens of andere manieren moeten organiseren om de leerling tussentijds te toetsen. Het goede nieuws is dat de wachttijden naar verwachting eindelijk gaan dalen door deze maatregel. Een kortere wachttijd betekent dat instructeurs beter kunnen timingen wanneer een leerling afrijpt: het examen kan dichter op het moment worden gepland dat de leerling echt klaar is, wat de slagingskans ten goede komt.
De implementatie van het Roemer-advies zal vooral op de middellange termijn effect hebben op de praktijk. Rijinstructeurs doen er verstandig aan zich alvast voor te bereiden op een verplichte opleiding en periodieke bijscholing/examinering. Dit betekent investeren in eigen vaardigheden en op de hoogte blijven van de nieuwste onderwijsmethodieken. Hoewel dit als last kan voelen, heeft het ook een keerzijde: het beroep van rijinstructeur wordt zo serieus genomen als vakmanschap. Goede instructeurs die zich blijven ontwikkelen, kunnen zich onderscheiden en krijgen mogelijk een betere reputatie in een meer transparante markt. Het voorgenomen leerlingvolgsysteem (LVS), waarin straks ook prestaties van individuele instructeurs zichtbaar worden, zal hieraan bijdragen. Transparantie kan gezonde concurrentie stimuleren: rijscholen met een hoog slagingspercentage en tevreden leerlingen hebben straks aantoonbaar voordeel, mogelijk zelfs bij het reserveren van examens. Minder presterende instructeurs krijgen hopelijk een prikkel om hun aanpak te verbeteren, of zij zullen het moeilijker krijgen in de nieuwe werkelijkheid.
De innovaties als het rijdata-project beloven de lespraktijk te ondersteunen met objectieve feedback. Over een paar jaar krijgt een instructeur na het examen wellicht een gedetailleerd rapport van de ritgegevens in handen. Dit maakt de nabespreking met een gezakte leerling gerichter: “Zie je, hier op deze locatie reed je te hard, daar reageerde je te laat bij voorrang.” Voor instructeurs die gewend zijn hun leerlingen een veilige chauffeur te maken, is dit een welkom hulpmiddel. Het kan echter ook betekenen dat instructeurs zelf meer data-analyse bij hun werk gaan betrekken; een nieuwe vaardigheid die mogelijk aangeleerd moet worden.
Al met al schildert het jaarverslag 2024 een beeld van een CBR dat hard werkt aan zowel het wegwerken van de nasleep van corona als het voorbereiden van toekomstige verbeteringen. Voor rijscholen en rijinstructeurs is het een bevestiging dat de sector in beweging is. De nadruk op kwaliteit en klantgerichtheid is een positieve ontwikkeling, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. De dagelijkse praktijk zal naar verwachting geleidelijk verschuiven: minder “snelle trucjes” om te slagen, meer gestructureerde rijopleiding en nadruk op vaardigheid; minder improductieve wachttijd, maar strakkere voorwaarden (eerst theorie halen, dan praktijk reserveren); een CBR dat streng optreedt tegen fraude en rommelige praktijken, maar tegelijkertijd de kandidaat vriendelijker tegemoet treedt.
Instructors en rijschoolhouders doen er goed aan deze ontwikkelingen op de voet te volgen. De tone of voice van het jaarverslag is optimistisch maar ook eerlijk over knelpunten – iets wat onze branche kan waarderen. Uiteindelijk delen we allemaal hetzelfde doel: veiliger verkeer door beter opgeleide bestuurders. Het CBR Jaarverslag 2024 laat zien dat er stappen vooruit worden gezet, zij het met vallen en opstaan. Voor de rijschoolsector betekent dit dat men zich moet blijven aanpassen, professionaliseren en samenwerken met het CBR om gezamenlijk die doelen te bereiken. Zoals het CBR zelf aangeeft: hogere slagingspercentages en een goede rijopleiding zijn niet alleen goed voor de kandidaat, maar verminderen op termijn ook de examendruk – een winst voor iedereen.
Bronnen: CBR Jaarverslag 2024, CBR Beeldverslag 2024, Rijksoverheid nieuwsbericht 28-05-2024, CBR nieuwsberichten 2024-2025.