IBKI ziet dat de vraag naar de theoretische bijscholing tot RIS-instructeur groeit. Deze zesdaagse bijscholing moet worden afgesloten met een praktische RIS-begeleiding, afgenomen door het CBR. IBKI verwerkt de uitslagen van de RIS-begeleidingen; een voldoende resultaat telt mee als een praktische bijscholing.
Een derde praktische bijscholing wordt altijd afgenomen door twee beoordelaars. Om het speelveld voor iedere instructeur gelijk te houden, moet ook de RIS-begeleiding door twee beoordelaars worden afgenomen. Alleen dan telt deze als een derde praktische begeleiding. Als hieraan niet wordt voldaan, zal IBKI de uitslag niet verwerken.
De instructeur die besluit om voor de derde praktische begeleiding gebruik te maken van de praktische RIS-begeleiding bij het CBR, heeft zelf de verantwoordelijkheid om het CBR te laten weten dat die RIS-begeleiding met twee beoordelaars moet worden uitgevoerd.