De voorgestelde aanpak van Verkeerscollege Brunen om rijscholen zelf tussentijdse toetsen (TTT) te laten afnemen en deze te certificeren via het CBR, heeft zowel voordelen als enkele grote risico’s. Laten we de argumenten van Brunen kritisch analyseren.
Sterke punten van het voorstel
1. Meer flexibiliteit bij het plannen voor leerlingen en rijscholen
• Het afnemen van de TTT door rijscholen zelf kan de planning versoepelen, waardoor leerlingen niet afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van het CBR. Dit zou wachttijden kunnen verkorten en een persoonlijkere aanpak mogelijk maken.
2. Vermindering van de werkdruk op het CBR
• Als rijscholen een deel van de tussentijdse toetsing overnemen, kunnen examinatoren van het CBR zich meer richten op praktijkexamens en andere taken. Dit kan indirect de doorlooptijden bij het CBR verbeteren.
3. Betere begeleiding van leerlingen
• Rijinstructeurs kennen hun leerlingen goed en kunnen gerichter feedback geven tijdens de toets. Dit kan de voorbereiding op het praktijkexamen verbeteren en mogelijk de slagingskans verhogen.
Problemen en risico’s van het voorstel
1. Gebrek aan objectiviteit en onafhankelijkheid.
De slager keurt zijn eigen vlees! Het doet daarnaast geen recht aan de professionaliteit/vakbekwaamheid van de daadwerkelijke instructeur die de rijlessen verzorgt. Iedere rijinstructeur die met een gedegen lesplan werkt weet precies waar een leerling staat in het opleidingstraject.
Rijinstructeurs of toetsinstructeurs die gelieerd zijn aan een rijschool zijn er financieel bij gebaat dat hun leerlingen slagen en kunnen (bewust of onbewust) milder beoordelen dan een onafhankelijke CBR-examinator. Dit kan leiden tot een vertekend beeld van de rijvaardigheid van een leerling en tot onrealistische verwachtingen voor het praktijkexamen. Commerciële belangen maken het voorstel niet realistisch en uitermate kwetsbaar.
2. Kwaliteitscontrole en fraudegevoeligheid
Het CBR hanteert strikte richtlijnen. Examinatoren worden getraind om objectief te beoordelen. Bij commerciële rijscholen is er geen garantie dat dezelfde objectieve normen worden gehanteerd. Als de toets niet onafhankelijk gecontroleerd wordt, kan dit leiden tot willekeur en mogelijk zelfs tot misbruik (bijvoorbeeld instructeurs die tegen betaling een gunstige beoordeling geven). Voorbeelden uit het verleden waarbij rijscholen deden voorkomen dat leerlingen zogenaamd een TTT deden bij het CBR liggen nog vers in het collectieve geheugen van collegae die al langer in het vak zitten.
3. Mogelijke uitholling van het CBR-systeem
De onafhankelijkheid van het CBR is essentieel voor de geloofwaardigheid van het rijexamenproces. Het certificeren van rijscholen om zelf toetsen af te nemen kan op termijn de rol van het CBR verzwakken en leiden tot een situatie waarin commerciële belangen zwaarder wegen dan verkeersveiligheid.
4. Geen garantie op betere voorbereiding
Hoewel rijscholen de TTT wellicht beter kunnen afstemmen op hun leerlingen, betekent dit niet per definitie dat leerlingen beter voorbereid worden op het CBR-praktijkexamen. Het risico bestaat dat de toets een “extra stap” wordt zonder echte objectieve waarde.
Onderbouwde tegenreactie: Waarom het idee niet zonder meer haalbaar/onwenselijk is
Hoewel het idee van Verkeerscollege Brunen logisch klinkt vanuit een praktisch maar vooral commercieel oogpunt voor de rijschool, zijn er te veel risico’s en bezwaren om dit zomaar over te nemen. Een betere oplossing zou zijn:
1. Behouden van onafhankelijke toetsing door het CBR
De objectiviteit van de CBR-examinatoren is cruciaal voor een eerlijke en betrouwbare toetsing. Dit voorkomt belangenverstrengeling en waarborgt dat leerlingen op een eerlijke manier beoordeeld worden.
2. Een hybride model overwegen
In plaats van rijscholen volledig zelfstandig toetsen af te laten nemen, kan er een model komen waarbij CBR-examinatoren op locatie bij rijscholen toetsen afnemen. Dit kan wachttijden verminderen zonder de onafhankelijkheid van de toetsing in gevaar te brengen.
3. Strikte certificering met externe controle
Als rijscholen zelf toetsen willen afnemen, moet er een zeer strikte certificering komen, waarbij externe controles en steekproefsgewijze herbeoordelingen door CBR-examinatoren of welke andere instantie plaatsvinden. Dit zou moeten functioneren zoals een Apk-keuring: niet de garage zelf, maar een onafhankelijke instantie controleert of de keuring eerlijk verloopt. Een goed geëquipeerd LVS kan hierbij een probaat hulpmiddel zijn.
4. Verbetering van de planning en capaciteit bij het CBR
In plaats van toetsing te verplaatsen naar rijscholen, zou het effectiever zijn als het CBR extra examinatoren aanstelt, digitalisering d.m.v. een LVS en AI inzet voor planning, en flexibele toetsmomenten biedt (zoals avonden en weekenden). Dit zou wachttijden verkorten zonder kwaliteitsverlies.
Conclusie
Het voorstel van Verkeerscollege Brunen is te risicovol en brengt objectiviteit en betrouwbaarheid van de rijopleiding in gevaar. Hoewel er zeker behoefte is aan flexibiliteit en kortere wachttijden, zou het veel verstandiger zijn om binnen het CBR-systeem naar werkbare verbeteringen te zoeken in plaats van het toetsingsproces naar commerciële rijscholen te verplaatsen.
Vergeten wordt dat het verzorgen van rijlessen een andere tak van sport is dan het toetsen van leerlingen op hun rijvaardigheid. En niet geheel onbelangrijk de rijschoolbranche bestaat voor meer dan 85% uit eenmansrijscholen. Die zouden alweer benadeeld worden als deze manier van toetsen toegestaan wordt. Immers rijscholen met personeel laten hun personeel toets-vaardigheden-certificaten halen en krijgen op die manier extra financiële middelen binnen ten koste van hun kandidaten
Kortom: het idee is niet per se onzin, maar zonder stevige waarborgen ook niet realistisch of wenselijk. De dagelijkse werkelijkheid laat anders zien, denk hierbij maar aan de geflopte proef met de collegiale toetsing. De meerwaarde van een TTT bij CBR is er juist in gelegen dat leerlingen bekend raken met het CBR, dat zij weten wat ze kunnen verwachten op het uiteindelijke rijexamen en vervolgens niet geheel onbelangrijk het verdienen van de vrijstelling van de bijzondere verrichtingen waarvan wij allen weten dat leerlingen dit onderdeel van een examen nog spannender vinden dan het laten zien van hun rijvaardigheid. En waarom zou het CBR hun expertise moeten delen met commerciële partijen? Of gaat Brunen en anderen die dit plan omarmen, deze toets gratis aanbieden? Waarom zou het CBR een aap moeten leren klimmen? Dat vinden rijschoolhouders toch het grootste bezwaar tegen het aanbieden van stage voor nieuwkomers, omdat men vreest dat ze hun toekomstige concurrent opleiden………………..