Van de 167 rijinstructeurs die tussen oktober 2013 en eind september 2014 een herkansing voor de WRM-praktijkbegeleiding deden, zijn 37 instructeurs hun bevoegdheid kwijtgeraakt. Het slagingspercentage in de herkansinsggroep lag daarmee op 77,8 procent. In de categorie B lieten 35 instructeurs tijdens hun derde poging onvoldoende zien dat ze rijles kunnen geven. De overige 2 rijinstructeurs die hun WRM-bevoegdheid kwijtraakten, kwamen uit de categorie E achter B. Dat blijkt uit cijfers van het IBKI. Om de lesbevoegdheid terug te krijgen, kunnen zij enkel nog een herintrederstraject volgen.
In de becijferde periode vonden verdeeld over alle categorieën van de rijinstructie in totaal ruim 3.800 eerste en tweede praktijkbegeleidingen plaats. Tegelijkertijd maakten 167 instructeurs gedurende diezelfde tijdsspanne gebruik van de mogelijkheid tot herkansen. Die rijinstructeurs kwamen met een kleine 98 procent bijna uitsluitend uit de categorie B.
Praktijkbijscholing
In de periode van 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014 deden ruim 1.500 rijinstructeurs B een eerste praktische bijscholing. Van die groep slaagde ruim 66 procent voor de test. Daarnaast deden ongeveer 2.000 rijinstructeurs voor de auto de tweede praktijkbijscholing. Met een slagingspercentage van bijna 92 procent lag het aantal voldoendes daar een stuk hoger.
Van alle 167 herkansingen die verdeeld over de verschillende categorieën plaatsvonden, ging het overigens bijna uitsluitend om B-rijinstructeurs. Uit de auto-categorie kwamen er 163. De overige herkansingen werden door instructeurs uit de categorieën E achter B, C en D gereden.
Begeleiding
Voor E achter B werden in totaal 18 eerste praktijkbegeleidingen gevolgd. Daarvan werden er 2 onvoldoende afgerond. De groep voor de tweede praktische bijscholing bestond uit 14 man, van wie er ook 2 onvoldoende scoorden. Tegelijkertijd werden in diezelfde periode 2 herkansers geregistreerd. Zij zakten allebei voor hun derde poging.
In de motor-categorie deden 55 instructeurs gedurende de aangegeven periode hun eerste praktijkbegeleiding, van wie er 50 een voldoende haalden. De tweede praktische bijscholing werd door alle 68 kandidaten gehaald. Van herkansingen was in die periode bij de A-instructeurs geen sprake, zo blijkt uit de data.
Examen
In de categorie C werden ruim 200 eerste en tweede praktijkbijscholingen met een examen afgerond. Van die gehele groep zakte één instructeur. Er werd ook één herexamen gedaan gedurende de becijferde periode. Die kandidaat is geslaagd.
De praktische bijscholingen D1 en D2 werden in totaal 51 keer gedaan. Ook hier zakte één instructeur. De enige herkanser in die periode haalde de test en behield zijn WRM-bevoegdheid.
Bijscholing
VRB-voorzitter Peter van Neck zegt het aantal van 37 gezakten voor de herkansing van de praktische bijscholing geen afspiegeling van de kwaliteit binnen de branche te vinden. “Ik ben er van overtuigd dat tussen die 37 gezakten echte vakmensen zitten. Ik ken gevallen van instructeurs voor wie ik mijn hand in het vuur durf te steken dat ze echt kwaliteit leveren, maar toch niet of met de hakken over de sloot door de bijscholing zijn gekomen.”
Daarnaast zegt hij met zekerheid te durven stellen dat niet alle geslaagden voor de praktische bijscholing geschikt zijn voor het vak. “Ik weet collega’s die er op hun sloffen doorheen zijn gefietst, terwijl ik echt niet met ze samen zou willen werken.”
Kwaliteit
Volgens de VRB-voorzitter is het huidige traject dan ook niet effectief, zo laat hij weten. “Er wordt te veel met punten en komma’s gewerkt tijdens een toets die niet strookt met de werkelijkheid. De huidige manier bevordert de kwaliteit niet, terwijl dat de doelstelling van de WRM moet zijn. Praktijkbegeleiding moet ook echt begeleiding worden, waardoor de instructeur beter wordt in zijn vak. Ik ben niet tegen toetsen, maar het moet wel om het leerproces gaan.”
Van Neck heeft het idee dat het voor rijinstructeurs die zakken voor de praktijk-bijscholing, voornamelijk vaak fout gaat in de Kern. “Ieder puntje moet je daar halen, want compenseren is er niet bij. Ik heb er geen harde bewijzen voor, maar ik denk dat dát de bottleneck is voor velen. Rijinstructeurs weten maar al te goed dat daar beslist geen fouten in gemaakt mogen worden. De spanning komt er dan dus flink op te staan.”
Voorbereiding
Volgens Shirley Knetemann van het gelijknamige opleidingsinstituut voor rijinstructeurs ligt een deel van de slaagkans voor de WRM-bijscholing dan ook in de voorbereiding. “Daarmee valt een hoop te winnen. De voorbereiding moet de eerste keer meteen goed zijn. Ik hoor wel eens instructeurs zeggen dat ze de eerste praktische bijscholing ‘wel zien’ en gaan bekijken hoe het allemaal in zijn werk gaat. Dan kunnen ze er in hun ogen de tweede keer vol voor gaan. Dat is in mijn ogen niet verstandig.”
“Want wat denk je van de spanning die je hebt zo’n tweede keer”, zo gaat Knetemann verder. “Zeker als het de eerste keer is dat je optimaal bent voorbereid. Daarbij drukt een rijinstructeur zijn leerling toch ook altijd op het hart zich meteen de eerste keer goed op een examen voor te bereiden. Dus waarom zelf niet ook dat advies ter harte nemen?”
Rijinstructeur
Wat het aantal gezakten betreft stelt ze: “Je hoort mij niet zeggen dat het er weinig zijn. Maar de praktijkbijscholing een derde keer nog niet halen, dan zit er toch echt iets niet goed. Ik ben er namelijk van overtuigd dat examinatoren, zeker bij die laatste poging, er alles aan doen om de rijinstructeur het beste uit zichzelf te laten halen. Ze zijn er echt niet op uit om ze te laten zakken, want ze realiseren zich ook wel wat er voor de rijinstructeurs in de herkansing op het spel staat.”
“Aan de andere kant kennen wij de verhalen over wat zich tijdens de rit afspeelde altijd uit de zoveelste hand. Wat er precies gebeurd is en waarom een rijinstructeur al dan niet slaagt, dat verhaal zullen we nooit helemaal objectief kennen”, aldus Knetemann.
Herkansing
Met de op handen zijnde wijziging van de WRM wordt voor rijinstructeurs de druk op de tweede praktijkbeoordeling in de toekomst overigens minder groot. Want waar op dit moment de tweede praktijkbijscholing nog per se voldoende moet worden afgerond, kan in de nieuwe situatie het onderdeel al worden afgesloten als voor de eerste praktijkbeoordeling een voldoende is gehaald. De uiteindelijke wetswijziging zal naar verwachting medio 2016 in werking treden.