De brancheorganisaties pleitten in het Startdocument, dat najaar 2016 aan de Tweede Kamer werd aangeboden, voor het schrappen van de Geschiktheidstest. Die maatregel is onderdeel van het aanscherpen van de toelatingseisen voor de WRM-examens. Het voorstel was voor IBKI aanleiding om te onderzoeken of er verschil is tussen de kandidaten die op basis van de Geschiktheidstest zijn toegelaten en de kandidaten met een regulier schooldiploma.
Het ging om 859 kandidaten die tussen 1 november 2013 en 1 november 2014 zijn toegelaten tot de WRM-examens. Zij hebben maximaal 3 jaar later voldoende gelegenheid gehad om de WRM-lesbevoegdheid te halen. Het waren 771 kandidaten met een regulier schooldiploma en 88 kandidaten op basis van de Geschiktheidstest. Met slechts 10% via de Geschiktheidstest valt dus meteen op dat hun aandeel beperkt is en dat het schrappen van de Geschiktheidstest dus relatief weinig effect zal hebben.
Daarbij viel op dat bijna 10% van alle kandidaten geen enkel examenonderdeel heeft gedaan: 68 van de diplomabezitters en 13 Geschiktheidstesters. Zij hebben na de toelating besloten om niet eens te starten. Mogelijk kregen ze de financiën voor de opleiding niet rond of vonden ze ondertussen een andere baan. Van degenen die wél zijn gestart, heeft nog eens 20% (152 deelnemers) niet alle 4 de examenonderdelen van de fasen 1 en 2 afgelegd. Er zijn dus relatief veel deelnemers die al vroeg in het traject stoppen.
De Diploma-bezitters doen het bij de fasen 1 en 2 beter dan de Geschiktheidstesters: 63% tegenover 53% wordt toegelaten tot de stage. Daarbij valt op dat de Geschiktheidstesters vooral meer moeite hadden met fase 2 (didactische voorwaarden). Zij doen die examens gemiddeld meer dan 2 keer.
Van de 482 die zijn toegelaten tot de stage is nog maar 8% via de Geschiktheidstest gestart. Ook in deze fase vallen er mensen uit zonder een stagebeoordeling te doen: 22. Beide groepen doen vrijwel even vaak een stagebeoordeling (gemiddeld 1,3 keer), maar de Geschiktheidstesters scoren iets beter: 100% haalt de WRM-lesbevoegdheid tegenover 96% van de overige kandidaten. Daardoor zijn uiteindelijk 9 op iedere 100 nieuwe rijinstructeurs gestart via de Geschiktheidstest.
Het lijkt er op dat de Geschiktheidstesters meer moeite hebben met de theorie-examens (en dat was op school wellicht ook al zo…) maar het vervolgens zeker zo goed doen bij het lesgeven tijdens de stagebeoordeling.
Het onderzoek laat niet zien hoe zij het vervolgens doen in de praktijk. De slagingspercentages van het CBR zijn daarvoor niet geschikt. Die zijn alleen beschikbaar per rijschool en zeggen lang niet alles over de kwaliteiten van de rijinstructeur of rijschool.