Strengere handhaving op schijnzelfstandigheid in 2025: Wat betekent dit voor de rijschoolbranche?

Deel via

Vanaf 1 januari 2025 zal de Nederlandse overheid het moratorium om niet te handhaven  op schijnzelfstandigheid opheffen. Dit besluit, aangekondigd op 6 september 2024, markeert een belangrijke stap in de strijd tegen misbruik van zzp-constructies. Vooral sectoren waar veel zelfstandigen werken, zoals de rijschoolbranche, zullen de gevolgen van deze strengere aanpak merken. In dit artikel bespreken we wat schijnzelfstandigheid is, hoe de nieuwe maatregelen de rijschoolsector kunnen beïnvloeden, en wat rijschoolhouders moeten doen om compliant te blijven.

 

Wat is schijnzelfstandigheid?

Schijnzelfstandigheid treedt op wanneer iemand formeel als zelfstandig ondernemer werkt, maar in de praktijk onder dezelfde omstandigheden werkt als een werknemer in loondienst. Dit gebeurt vaak om werkgeverskosten te drukken, omdat zzp’ers geen recht hebben op zaken zoals pensioenopbouw, doorbetaalde vakantiedagen, ziekengeld als gevolg van medische aandoeningen of na een ongeval en verzekeringen zoals werknemers in loondienst. Hierdoor wordt er bezuinigd op arbeidskosten, terwijl de werknemer de risico’s draagt.

In de rijschoolbranche, waar veel rijinstructeurs werken als zzp’er, is het risico op schijnzelfstandigheid groot. Veel instructeurs werken exclusief voor één rijschool, met vaste werktijden en onder duidelijke aansturing van een werkgever. Dit kan door de Belastingdienst worden aangemerkt als een verkapte dienstbetrekking.

 

De nieuwe wetgeving en handhaving

Met ingang van 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst controleren op deze schijnconstructies (verkapt dienstverband) . Werkgevers die zich niet aan de regels houden, kunnen rekenen op forse boetes en naheffingen. Dit geldt ook voor de rijschoolsector, waar veel zelfstandige rijinstructeurs actief zijn. De volledige handhaving zal vooral betrekking hebben op de handhaving van de “Wet DBA” (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Deze wet bepaalt wanneer iemand als zelfstandige mag werken en wanneer er sprake is van een dienstverband.

Voorheen werd er nauwelijks gehandhaafd op schijnzelfstandigheid, voornamelijk omdat de regels niet altijd even duidelijk waren. De overheid wil daar nu verandering in brengen door heldere criteria te stellen en strengere controles in te voeren.

 

Impact op de rijschoolbranche

De rijschoolbranche kent een hoge mate van zzp’ers. Veel rijscholen maken gebruik van zzp-instructeurs om flexibel om te gaan met pieken en dalen in vraag naar rijlessen. Hoewel deze constructie voordelen biedt voor zowel rijscholen als instructeurs, bestaat het risico dat sommige zzp’ers eigenlijk onder gezagsverhoudingen werken die meer passen bij een loondienstverband.

Instructeurs die feitelijk aan alle voorwaarden van een werknemer voldoen (zoals het werken onder toezicht, met vaste werktijden, vaak ook nog met het lesvoertuig van de opdrachtgever en zonder zelfstandig opdrachten te kunnen weigeren), kunnen na 1 januari 2025 als werknemer worden beschouwd. Dit betekent dat rijschoolhouders lees de opdrachtgevers) verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor het betalen van sociale premies, pensioenafdrachten en andere kosten die horen bij een loondienstverband.

 

Wat kunnen rijscholen doen?

Rijschoolhouders doen er goed aan om nu alvast hun arbeidsrelaties te evalueren. Het is belangrijk om duidelijkheid te scheppen over de mate van zelfstandigheid van hun instructeurs. Een aantal maatregelen die rijschoolhouders kunnen nemen om compliant te blijven met de nieuwe wetgeving zijn:

  1. Contracten herzien: Zorg dat overeenkomsten tussen de rijschool en de instructeurs duidelijk aangeven dat er sprake is van een echte zelfstandige relatie. Dit betekent dat instructeurs volledige controle moeten hebben over hun eigen werktijden, opdrachten mogen weigeren en niet exclusief voor één rijschool werken.
  2. Werkwijze aanpassen: Werk samen met zzp’ers op basis van hun voorwaarden. Dit houdt in dat instructeurs hun eigen tarief kunnen bepalen, zelf verantwoordelijk zijn voor de organisatie van hun werk en geen gezagsrelatie hebben met de rijschoolhouder.
  3. Informatiebijeenkomsten bijwonen: De overheid en brancheorganisaties bieden regelmatig informatiebijeenkomsten aan over de Wet DBA en de aanpak van schijnzelfstandigheid. Rijschoolhouders kunnen hier waardevolle informatie en advies krijgen om zich goed voor te bereiden.
  4. raadplegen van de tool die hiervoor beschikbaar is op de site van de Belastingdienst

 

Conclusie

De volledige handhaving op schijnzelfstandigheid per 1 januari 2025 zal voor veel rijscholen een uitdaging vormen. Door zich goed voor te bereiden en bestaande zzp-constructies kritisch te evalueren, kunnen rijscholen voorkomen dat zij later in de problemen komen met boetes of naheffingen. De rijschoolbranche, die sterk leunt op zelfstandige rijinstructeurs, zal waarschijnlijk te maken krijgen met veranderingen, maar met de juiste voorbereiding kunnen zowel rijscholen als instructeurs zich aanpassen aan de nieuwe realiteit.

Inhuren van tijdelijke hulp bij piek en ziek blijft onder strikte voorwaarden mogelijk. Wordt iemand echter verdacht van frauduleuze praktijken volgt onmiddellijk navordering incl. boetes.

Belangrijk is verder om te weten dat de opdrachtgever verantwoordelijk wordt gehouden, hij moet bewijzen/aantonen dat er geen sprake is van een dienstverband.

Rijinstructeur worden?

Wil jij weten hoe? Boek een gratis adviesgesprek!