Strengere opleidingseisen en minimaal slagings-percentage rijinstructeurs

Deel via

Oppositiepartij SP zet in aanloop naar het debat over de wijziging van de WRM in op een kwaliteitsslag in de praktijkbegeleiding van rijinstructeurs, een verbod op spookrijscholen en een minimaal slagingspercentage. Daarnaast moeten een minimale rijervaring van vijf jaar en een VOG gaan gelden als aanvullende toelatingseisen voor de opleiding tot rijinstructeur. Dat staat in een rapport van Tweede Kamerlid Eric Smaling, die er vertrouwen in heeft dat meerdere plannen door worden gezet.

 

In het rapport genaamd ‘Betere kwaliteit rijscholen door echte bijscholing’, waar ook rijschoolhouders, VRB en CNV over mee hebben gedacht, worden negen concrete verbeterpunten toegelicht om de kwaliteit van de rijschoolbranche op te krikken. “De afgelopen jaren zijn we meerdere keren geconfronteerd met misstanden binnen de branche”, licht het Kamerlid toe.

 

“Het sjoemelen met slagingspercentages, het ontduiken van belastingen of voor dumpprijzen slechte kwaliteit leveren. Aan de andere kant heeft de rijinstructeur te maken met een bijscholing dat in de praktijk een zinloos examen blijkt te zijn. We moeten nu stappen maken om deze branche er weer boven op te helpen”, aldus Smaling, die het rapport heeft aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Milieu.

 

Sanctie weg op bijscholing

 

De SP is voorstander van de verplichte vijfjaarlijkse bijscholing en pleit ervoor dat niet deelnemen blijft leiden tot het verliezen van de lesbevoegdheid. Dan moet het echter niet langer het karakter hebben van een examen, en dus moet de sanctie vervallen dat iemand met de bijscholing zijn bevoegdheid kan verliezen. “Er is momenteel geen draagvlak voor de bijscholing onder instructeurs. De sanctie is te vergaand en het protocol is zwaar bekritiseerd. De praktijkbegeleiding is behoorlijk prijzig, terwijl het nut er niet van ervaren wordt”, legt Smaling uit.

 

De SP stelt voor om de bijscholing te laten bestaan uit twee delen, een praktijkgericht onderdeel en een theoretisch onderdeel. Het theoretische onderdeel wordt gebruikt om de kennis van verkeersregels en eventuele veranderde wetgeving bij te brengen. Bij het praktijkonderdeel moet de rijinstructeur een les uitvoeren zoals hij normaal ook zou doen. Niet volgens een protocol. Hierbij kan men dan tips krijgen hoe er op bepaalde onderdelen verbeteringen mogelijk zijn.

 

Minimaal slagingspercentage

 

“Wij zijn van mening dat dit veel voordelen heeft”, licht Smaling toe. “Er hoeft geen toneelstukje meer te worden opgevoerd. De instructeur krijgt feedback over een rijles zoals hij of zij deze in de praktijk geeft. Door het wegvallen van de sanctie zal iemand ook veel meer ontspannen deelnemen aan de bijscholing, wat er voor zorgt dat meer informatie wordt opgenomen.”

 

Hoe de bijscholing dan verder exact vorm wordt gegeven is aan de branche zelf. Wat de SP betreft krijgen de rijschoolhouders hier een nadrukkelijkere rol in dan nu het geval is. “De rijschoolbranche is zelf ook gebaat bij een goede kwaliteit en een goed imago. Om de rotte appels eruit te halen stellen we voor om te onderzoeken of het slagingspercentage hier als instrument voor gebruikt kan worden. De kwaliteit van de lesgever die hoog is door een goede bijscholing moet doorwerken naar de rijschoolleerling.”

 

Vijf jaar rijervaring en VOG

 

SP is van mening dat de overheid momenteel te weinig eisen stelt aan iemand die rijinstructeur wil worden. De politieke partij ziet dit als een van de oorzaken dat het UWV vele werklozen liet omscholen tot instructeur, met verstoring van de markt door dumpprijzen en massale belastingontduiking als gevolg. “Daarbij is het opvallend dat aan een 2toDrive-coach hogere eisen worden gesteld dan aan een rijinstructeur, die een niet minder grote verantwoordelijkheid heeft”, staat in het rapport.

 

“Enige rijervaring is noodzakelijk voordat iemand aan een opleiding voor rijinstructeur begint. Rijinstructeurs moeten in elk geval vijf jaar in het bezit zijn van het rijbewijs in de categorie waarin zij les willen geven”, oppert de SP. Verder stelt de partij voor om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht te stellen bij aanvang van de opleiding.

 

Ondernemerschap in opleiding en CAO

 

Veel mensen die de opleiding tot rijinstructeur volgen, kiezen ervoor om een eigen rijschool te starten. “Maar niet iedereen heeft de juiste kennis over het runnen van een onderneming”, zegt Smaling. Daarom wil de SP dat in het opleidingstraject voor rijinstructeur ook een onderdeel over ondernemen wordt toegevoegd, bijvoorbeeld over kostprijsberekeningen en belastingregels. “Hierdoor kan iemand ook een bewuste keuze maken of het starten van een rijschool wel verstandig is of dat werken in loondienst beter is.”

 

“Als we goede rijinstructeurs willen hebben, behoort daar ook een fatsoenlijke beloning bij”, vindt het Tweede Kamerlid. “Door de druk op de gehele rijschoolbranche werken sommige instructeurs voor een veel te laag loon. Dit komt de kwaliteit niet ten goede en stimuleert gesjoemel en fraude. De SP stelt daarom voor dat er binnen de rijschoolbranche wordt gewerkt aan een CAO.”

 

Smaling weet dat eerdere pogingen hiertoe gestrand zijn. “Door het overschot aan rijinstructeurs en rijscholen is de branche door de hoeven gezakt. Een CAO kan een kader bieden met bijvoorbeeld bodemprijzen. Het is nu te veel een freeride-sector, daar moeten we vanaf.”

 

Verbod op spookrijscholen

 

In 2015 maakte minister Schultz van Haegen bekend dat het niet verboden is om meerdere rijscholen op te richten en zo leerlingen in te delen om een kunstmatig hoog slagingspercentage te behouden. Smaling wil een verbod op dergelijke spookrijscholen. “Als leerlingen moet je er op kunnen vertrouwen dat het slagingspercentage van de rijschool klopt”, zegt de SP’er.

 

Die wil tenslotte extra actie in de controle van WRM-certificaten. Hij wil dat de politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) actief gaan controleren of de rijinstructeurs in het bezit zijn van een geldige lesbevoegdheid. “Nu is er opvallend weinig controle en is de pakkans erg klein. Alleen regels op papier helpen niet. Er moeten vaker steekproeven gehouden worden waarbij lesvoertuigen staande worden gehouden.”

 

Kans van slagen

 

Smaling heeft het dossier rijscholen overgenomen van zijn collega Bashir en legt het rapport bewust kort neer voor het debat over de wetswijziging in de WRM. Hij weet dat Schultz onlangs nog heeft aangegeven geen aangrijpende zaken te willen veranderen in de bijscholing en onder andere geen VOG wil vanwege de administratieve lasten.

 

Toch heeft het SP-Kamerlid vertrouwen in de inwilliging van meerdere van zijn voorstellen. “Ik zit onder andere met Barbara Visser (VVD, red.) veel op één lijn als het gaat over het borgen van kwaliteit in de branche.. De wensen van de SP zijn door dit rapport in ieder geval duidelijk. Ik heb er vertrouwen in dat we met deze punten een heel eind kunnen komen.”

 

De wetswijziging van de WRM wordt naar verwachting in de komende twee maanden behandeld.

Rijinstructeur worden?

Wil jij weten hoe? Boek een gratis adviesgesprek!