Wet DBA in ijskast: even rust voor rijschoolbranche!

Deel via

Zzp’ers en hun opdrachtgevers hoeven voorlopig niet te vrezen voor de DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Vanwege de landelijke grote onrust en onzekerheid rond de nieuwe wet heeft staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën besloten de handhaving van de wet uit te stellen tot 1 januari 2018. Ook binnen de rijschoolwereld was er veel onduidelijkheid, met name bij franchiseconstructies.

wiebes-rijschoolbranche

Als gevolg van de wet DBA durven veel opdrachtgevers geen zzp’ers meer in te huren. Zelfstandigen zijn op hun beurt bang dat ze geen opdrachten meer binnen te halen. Volgens Wiebes heeft de nieuwe wet ‘onbedoelde neveneffecten’ tot gevolg.

“Een van de doelstellingen was om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Vooraf was ingeschat dat het hier om 2 tot 14 procent van de zzp’ers gaat. Waar echte ondernemers niet meer worden ingehuurd vanuit een onterechte angst bij de opdrachtgever voor naheffingen en boetes, dan gaat er iets niet goed. Helaas blijkt dit laatste nog te veel voor te komen”, aldus de staatssecretaris in zijn brief aan de Tweede Kamer.

Veranderingen bij DBA

Voorheen gebruikten zzp’ers een VAR om hun opdrachtgevers duidelijk te maken dat ze zelfstandig waren en dat hun opdrachtgever geen naheffingen van de Belastingdienst hoefde te verwachten. Als er bij controle bleek dat er toch sprake was van een verkapt dienstverband, lag het risico op eventuele naheffingen grotendeels bij de zzp’er.

De wet DBA is in mei dit jaar geïntroduceerd. Sindsdien ligt het risico met name bij de opdrachtgever. Als achteraf blijkt dat er een dienstbetrekking is, dan moet er door de opdrachtgever met terugwerkende kracht loonbelasting en premies worden betaald. De vraag of er wel of geen gezagsverhouding is, is hierbij belangrijk.

Modelovereenkomst

Opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen sinds 1 mei onderling een contract afsluiten, waarin staat wat hun werkrelatie is. Daardoor wordt het eenvoudiger om te controleren of iemand echt als zelfstandig ondernemer werkt. De brancheverenigingen VRB, BOVAG en FAM hebben gezamenlijk een overeenkomst opgesteld voor de rijschoolbranche, die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Belastingdienst. “We zagen de bui al hangen”, zegt Peter van Neck, voorzitter van VRB. “Dit weerhoudt ons er niet van om de procedure gewoon voort te zetten. De onzekerheid blijft.”

Zo’n overeenkomst biedt de partijen echter nog geen volledige zekerheid, zegt advocaat Jan Gerrit Kroon. “Ik zie dat sommigen zich blindstaren op de modelovereenkomsten. Maar die zijn juist niet het probleem. Je kunt nog zo’n net contract hebben opgesteld, het gaat om de manier waarop het wordt ingevuld. Die werkelijkheid is bepalend.”

Kroon is werkzaam bij Blue Legal Advocaten in Breda, waar ze zich dagelijks bezighouden met franchiseconstructies. Kroon heeft eerder ook franchisegevers en -nemers in de rijschoolbranche geholpen. “Of het nu om een supermarkt gaat of om een rijschool, de franchisenemers en franchisegevers hebben vrijwel dezelfde problemen. Juridisch maakt het niet uit om welke branche het gaat. De regels voor franchiseconstructie zijn hetzelfde.”

Ondernemersrisico

Bij deze vorm van samenwerking gaat het om de vraag of de franchisenemer een onderneming heeft en of die dus ook een ondernemersrisico loopt, legt Kroon uit. “Bij de meeste franchise constructies gaat dat gewoon goed: een rijinstructeur rijdt in opdracht van de franchisegever, maar hij plant zelf zijn lessen in. Hij koopt zelf lesauto en factureert eigenhandig naar zijn klanten. Hij moet ook zelf zorgen voor zijn verzekeringen. Als hij ziek wordt of de auto gaat kapot, loopt de rijinstructeur dus ook risico. In zulke gevallen hoeven de partijen zich geen zorgen te maken over een mogelijk fictief dienstverband.”

Kroon ziet echter ook constructies waarbij de scheidslijn tussen de zelfstandige en een werknemer minder duidelijk is: “In sommige gevallen zeggen de franchisegevers: wij halen voor jou de leerlingen binnen en wij plannen voor jou de lessen in. De rijinstructeur hoeft dan alleen maar te zorgen dat hij maandelijks zijn factuur stuurt daar franchisegever. Op deze manier loopt hij geen ondernemersrisico meer. De Belastingdienst kan in dit geval doodleuk zeggen: dit is een dienstbetrekking.”

Slachtoffer

Door de onzekerheid aarzelen opdrachtgevers zzp’ers in te huren. Veel zelfstandigen, die heel goed buiten dienstverband hadden kunnen werken, krijgen nu bepaalde opdrachten of klussen niet meer. Wanneer het tegenovergestelde aan de hand is, namelijk dat de zelfstandige dezelfde rechten zou moeten krijgen als een werknemer in dienstverband, kan hij zijn gelijk proberen te halen bij de rechter.

Volgens advocaat Kroon gebeurt dat laatste maar zelden. “Het vervelende is dat een zelfstandige vrijwel nooit het geld en de energie heeft om een zaak aan te spannen tegen de opdrachtgever. De overheid wilde met deze constructie zzp’ers beschermen. Maar juist de zelfstandige wordt hiermee het slachtoffer.”

https://www.verkeerspro.nl/ondernemen/2016/11/21/wet-dba-in-ijskast-even-rust-voor-rijschoolbranche/

Rijinstructeur worden?

Wil jij weten hoe? Boek een gratis adviesgesprek!