Iedere rijinstructeur die vindt dat de praktijkbegeleiding een toneelstukje is en hoopt dat dit gaat veranderen: dit gaat niet gebeuren. Met het beoordelingsprotocol van IBKI is niets mis en bovendien wordt van tijd tot tijd met de branche overlegd of verbeteringen wenselijk zijn. Tevens zijn de examinatoren van IBKI goed in staat om op basis van de verrichte (les)handelingen te beoordelen of de instructeur de competenties voldoende beheerst.
Dit antwoordt minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat op Kamervragen van de SP. De SP had signalen ontvangen dat de praktijktoets bij IBKI ‘willekeurig zou worden beoordeeld en door het aanleren van trucjes gehaald kan worden, maar volgens de minister mankeert er niets aan het beoordelingsprotocol. Hiermee neemt ze in één adem ook de kritiek op IBKI weg. Van Nieuwenhuizen is er hierom ook geen voorstander van om dezelfde examinator in te zetten. “Het inzetten van dezelfde examinator voor twee opeenvolgende toetsen is naar het oordeel van de regering juist niet een maatregel die tot minder willekeur bij de beoordeling zal leiden. IBKI kiest bewust voor het inzetten van verschillende examinatoren om tot een objectieve beoordeling te komen die niet wordt gehinderd door eerdere ervaringen (positief dan wel negatief)”, laat de minister weten.
Slagingspercentages niet per instructeur
Verder ziet de minister er geen heil in om slagingspercentages van iedere rijinstructeur bij te houden. Volgens haar leidt dat er namelijk toe dat een instructeur geneigd zal zijn veel meer lessen dan nodig te geven om het examenresultaat te beïnvloeden. “Het spanningsveld tussen de rijinstructeur en de leerling, die snel examen wil doen met zo min mogelijk lessen, zal hierdoor verder worden vergroot”, laat de minister weten. Een ander ongewenst effect kan zijn dat leerlingen met een lagere slagingskans minder snel door rijscholen worden aangenomen.”
Geen continue screening
De SP vroeg ook om een continue screening van rijinstructeurs (zoals deze ook in de kinderopvang plaatsvindt), maar ook die gaat er niet komen want de verplichte VOG die er komt volstaat daarvoor. “Aangezien een rijinstructeur iedere vijf jaar zijn bevoegdheid moet vernieuwen, zullen na vijf jaar alle ruim 14.000 rijinstructeurs een VOG hebben aangevraagd. Op dat moment kan worden bezien of er een meerwaarde ligt in de intensivering van de VOG-plicht in de vorm van continue screening en zal de Kamer hierover worden ingelicht.”
Geen verplichte cursus autonoom rijden
Wat de bijscholing van instructeurs betreft, ziet de minister ook niet in waarom er een verplichte cursus autonoom rijden zou moeten komen. De opzet van de theoretisch bijscholing is dat de instructeur zelf bepaalt op welke gebieden hij zijn kennis wil verbeteren, zodat hij zijn bijscholing kan afstemmen op zijn ontwikkelbehoefte of doelgroep en daar gaat de minister niet aan tornen. “Een cursus voor autonoom rijden die door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verplicht zou worden gesteld past niet in de manier waarop nieuwe onderwerpen nu door IBKI in overleg met de branche worden gekozen. Volledig autonoom rijden sluit bovendien onvoldoende aan bij de dagelijkse praktijk van rijinstructeurs en is daarmee vanuit het oogpunt van het stimuleren van autonoom rijden dan ook niet logisch.”
Bron: Rijinstructie.nl